Voorouders en krachtplekken 

 

Zij die ons voorgegaan zijn, staan achter ons. Ze steunen ons en waken over ons. Vaak zonder dat we dat merken. Onze voorouders. En ja, ook degene die na ons geboren, maar voor ons gegaan zijn, zijn onze voorouders.

Onze voorouders, hun adem, hun geest, hun ziel zingt in onze ziel. Van oudsher werden onze voorouders herdacht en uitgebreid geëerd. Onze voorouders leefden samen met hun voorouders. En die maakten onderdeel uit van het dagelijks leven. Er werd geleefd rond of naast de graven, zoals de hunebedden en grafheuvels.

Een hunebed was meer dan een graf alleen. Het was een heilige plek, om samen de voorouders te herdenken, of om raad te vragen. Maar het was ook een plek om rituelen te doen. Om een intentie te zetten met offers bijvoorbeeld. Hoe, wat en waarvoor precies is niet bekend. Maar de kans is groot dat het dankrituelen en vruchtbaarheidsceremonies waren.

Nog altijd is een hunebed of grafheuvel een heilige plek, een krachtplek. En nog altijd is het een plek om contact te maken met de voorouders. De voorouders van de plek, maar ook je eigen voorouders.

 

 

Krachtplek

Een krachtplek is een heilige plek. Een plek waar de Grote Moeder werd geëerd en de voorouders herdacht. Waar vruchtbaarheidsceremonies werden gehouden. Waar dank werd gezegd, voor een geslaagde jacht. En toen de mensen in huizen woonden, voor een geslaagde oogst.

Die krachtplekken zijn er nog altijd. Zoals die ene grote, oude boom, of een cirkel van bomen. Een heuvel of een natuurlijke bron of pingoruïne. Een pingoruïne, in Drenthe ook wel veentje genoemd, is een klein, rond meertje. Het is een overblijfsel uit de laatste ijstijd, archeologie in het landschap. Onze voorouders hebben er hoogstwaarschijnlijk offers gebracht.

Onze voorouders maakten krachtplekken in het landschap. Zoals een hunebed of een grafheuvel. Vaak liggen die op een kruising van leylijnen, ook wel drakenlijnen genoemd. Deze lijnen liggen in de grond. Draak is een oud Nederlands woord voor lijn. En draken zijn bewakers van oude kennis en innerlijke wijsheid. Met wichelroedes kun je wichelen om te bepalen waar ze in de grond liggen.

Een leylijn heeft een helende energie. En waar die lijnen kruisen, is de energie bijzonder krachtig. De meridianen in je lichaam sluiten zich aan op de leylijnen als je op zo’n plek bent. Dat maakt een krachtplek tot een helende plek.

Natuurlijk is de energie op dit soort plekken heel erg fijn. Maar die ene boom die voor jou zo goed voelt, of die plek waar je altijd komt als je je even niet zo fijn voelt, zijn ook krachtplekken. Jouw eigen, persoonlijke krachtplekken.